Inspectie van een zwerfkast

Zwerfkasten zijn verplaatsbare schakel- en verdeelinrichtingen en worden gebuikt op bouwplaatsen en montagehallen. Ze zijn vaak gemakkelijk verplaatsbaar en te gebruiken op plaatsen waar ze nodig zijn.

Onderstaand zijn 4 foto’s van een zwerfkast ‘Ypsilon’ van met merk Keraf weergegeven. Je kan via de pijlen de kast van 4 zijden bekijken. In deze zwerfkast zijn 6 (blauwe) 230V contactdozen en 2 rode 400V contactdozen gemonteerd en ook installatie-automaten en een 30 mA aardlekschakelaar (RCD).

Deze zwerfkast heeft een voeding in de vorm van een contactdoos met pennen (male) waar de contra stekker van een verlengkabel op past. Er zijn ook zwerfkasten met een vaste voedingskabel.

Daarnaast is een dooslus-contactdoos geplaatst. Dit is een contactdoos met bussen (female) die niet in de zwerfkast is beveiligd met een installatie-automaat en een aardlekschakelaar (RCD) en bedoeld als voeding voor een volgende zwerfkast. Dat doorlussen heeft risico’s, zie deze topic.

Het bouwen van een zwerfkast gebeurt volgens de NEN-EN-IEC 61439-1. De zwerfkast zal ook CE-gemarkeerd zijn. Het is af te raden om zelf wijzigingen aan te brengen.
De behuizing van de zwerfkast is meestal van beschermingsklasse II (dubbel geïsoleerd). Dat betekent dat ook alle bouten/moeren die aan de buitenkant aanraakbaar zijn niet vanuit de binnenkant onder spanning kunnen komen: ook daar geldt klasse II.

Visuele inspectie

Eerst wordt de visuele inspectie uitgevoerd, bijvoorbeeld:

  • Is een unieke codering aangebracht?
  • Is het typeplaatje nog aanwezig en goed leesbaar: type, serienummer, bouwjaar, IP-classificatie, etc?
  • Is een CE-markering aangebracht (geldt vanaf 1995)?
  • Voldoet de zwerfkast nog aan de IP-classificatie (meestal minimaal IP44)?
    De IP-codering zegt iets over de mogelijkheid van binnendringen van stof en water.
  • Zijn de behuizing en een eventueel metalen frame in goede staat?
  • Zijn de contactdozen in goede staat en zijn de contactbussen en aardcontacten niet geoxideerd?
  • Als de zwerfkast een vaste voedingskabel heeft: is deze kabel in goede staat?
  • Zijn de eventuele invoeren van kabels/leidingen in goede staat?
  • Zijn er geen open gaten aanwezig?
  • Als een noodstop aanwezig is: controleer de goede werking.
  • Zijn de juiste installatie-automaten van de juiste stroomwaarden (nominale waarden) aangebracht?
    Bijvoorbeeld B16: een snelle automaat van 16A.
  • Zijn de aardlekschakelaars aangebracht?
    Bijvoorbeeld: type A, 30 mA.
  • Open de zwerfkast en controleer de bedrading op de juiste kerndoorsnede, controleer de verbindingen en of er geen beveiligingen zijn overbrugd en dergelijke.

Meten en beproeven

Na de visuele controle worden de nodige metingen en beproevingen uitgevoerd:

  1. Meet of alle aardcontacten van alle contactdozen goed geleidend zijn verbonden met het aardpunt van de voeding. Dit kan het aardpunt van de contactdoos met de pennen zijn.
    Dat moet met een tester die daarvoor een meetstroom levert van tenminste 0,2 A (200 mA).
    Een standaard ohmmeter of universeelmeter is ongeschikt.
  2. Meet de isolatieweerstand met ingeschakelde installatie-automaten en aardlekschakelaar(s): L-PE en N-PE. Bij driefasen meten aan iedere fase.
  3. Meet de aanspreektijd van iedere aardlekschakelaar.
    Deze mag maximaal 300 ms bedragen.
  4. Controleer de goede werking van de testknop van iedere aardlekschakelaar.

Welke tester?

In de praktijk zijn er 2 soorten testers:

  • testers voor de inspectie van elektrische arbeidsmiddelen (apparatentesters);
  • testers voor de inspectie van elektrische installaties (installatietester).

Het nadeel van een installatietester is dat het meten aan de aardlekschakelaar problemen kan geven als in de elektrische installatie ook een aardlekschakelaar aanwezig is. Als je dan aan een zwerfkast gaat meten komen er 2 aardlekschakelaars achter elkaar (in serie) te staan. Als je dan de aanspreektijd van de aardlekschakelaar van de zwerfkast gaat meten zal de aardlekschakelaar van de elektrische installatie uitschakelen en wordt de meting onderbroken. Je moet dan een aansluiting op de elektrische installatie gebruiken die niet achter een aardlekschakelaar zit, maar dat valt bij elektrische installaties vanaf ongeveer 1997 niet mee omdat vanaf die tijd alle contactdozen voor algemeen gebruik achter een 30 mA aardlekschakelaar of aardlekautomaat moeten zitten.
Je hebt meestal ook een driefasen-voeding nodig die niet altijd aanwezig is.

Het voordeel van een apparatentester is dat je daarmee ook de elektrische handgereedschappen, kabelhaspel/verlengkabels. Volgens de NEN 3140 wordt een zwerfkast ook als elektrisch arbeidsmiddel beschouwd. Je moet natuurlijk wel het juiste type apparatentester hebben die ook aan aardlekschakelaars kan meten.

Met de apparatentester kan je in de stand PRCD aan de aardlekschakelaar van de zwerfkast meten zonder dat de aardlekschakelaar van de elektrische installatie wordt uitgeschakeld. De “P” van PRCD staat voor plug-in: bijvoorbeeld een stekker-aardlekschakelaar. In deze stand zit de tester tussen de elektrische installatie en de zwerfkast en voorkomt in de meeste gevallen het uitschakelen van de aardlekschakelaar in de elektrische installatie. Je hebt vaak aan een 230V voeding voldoende!

Om de zwerfkast aan te sluiten op de 230V contactdoos van de apparatentester heb je een verloopkabel nodig die je gemakkelijk zelf kan maken. Zie de foto.

Houdt de lengte van het snoer tussen de 400V CEE-form contrastekker en de 230V randaarde-stekker op ongeveer 1,5 tot 2 meter.

Nieaf-Smitt SafetyPAT 3140

In dit voorbeeld is de verloopkabel aangesloten op de contactdoos van de tester en op de voeding van de zwerfkast. Het rode snoer is het meetsnoer. Deze tester heeft een interne accu, andere testers kunnen ook een netvoeding nodig hebben.

  • Meet op deze wijze aan alle contactdozen of de beschermingsleiding een voldoende lage weerstand heeft. Meestal zal je ongeveer 0,1 Ω meten.
    Als je meer dan 0,3 Ω meet moet je dit (laten) onderzoeken en eventueel (laten) repareren.
  • Meet nu de isolatieweerstand van de zwerfkast. De tester zal daarvoor de beschermingsleiding in de verloopkabel gebruiken.
Nieaf-Smitt SafetyPAT 3140

Nu gaan we de schakeling ombouwen en de aanspreektijd/uitschakeltijd van de aardlekschakelaar testen. We controleren ook de goede werking van de testknop.

  • De tester wordt op de netspanning aangesloten, als dat nog niet is gebeurd.
  • Bij de meeste testers wordt een IEC-apparaten snoer meegeleverd. Sluit het IEC-deel aan op de tester en steek de stekker in een (blauwe) 230V contactdoos van de zwerfkast.
  • Zorg dat de tester in de stand PRCD staat en controleer eventueel de instellingen voor de aardlekschakelaar: meestal type A, 30 mA.
  • Activeer de meting via de tester. Als de test niet werkt moet je de 230V stekker op de zwerfkast omdraaien/ompolen. Als het goed is zal de aardlekschakelaar aanspreken/uitschakelen en zal de tester de aanspreektijd weergegeven.
  • Schakel de aardlekschakelaar weer in.
  • Koppel de tester los van de zwerfkast. Laat de verloopkabel aan de voeding van de zwerfkast zitten en steek de 230V stekker van de verloopkabel in een wandcontactdoos. Er komt nu netspanning op de zwerfkast. Druk nu op de testknop van de aardlekschakelaar en controleer de goede werking.

Bij meerdere aardlekschakelaars worden de bovenstaande stappen herhaald.

Het kan zijn dat de (rode) 400V achter een aparte aardlekschakelaar zit. Daar past de 230V stekker van het IEC-snoer niet in. De oplossing kan een de zwerfkast testkit zijn die linksonder is weergegeven of een testboy in de foto rechtsonder. Daarmee kan de toch het IEC-snoer op de driefasen contactdoos aansluiten.

Bij apparatentesters weken met tetprogramma’s (testsequenties). Dat zijn in principe lijsten met opdrachten waar je alle bovenstaande stappen in kan programmeren. Sommige testers hebben al een programma voor het testen van RCD’s, die je vaak kan aanpassen. Bijvoorbeeld een stap toevoegen waaruit blijkt dat ook de goede werking testknop is gecontroleerd. Bij het (digitaal) afdrukken van het testcerificaat zijn alle uitgevoerde stappen netjes en reproduceerbaar vastgelegd zoals het Arbobesluit en de NEN 3140 vereisen.

3 gedachten over “Inspectie van een zwerfkast”

  1. Toch gebeurt het me best vaak dat bij het testen van een zwerfkast met de safetypat,de aardlek van de installatie er eerder uitgaat dan die van de zwerfkast.Is hier ook een oplossing voor bekend?

    1. Als je de aardlekschakelaar test als PRCD, zoals afgebeeld, zal de voorliggende aardlekschakelaar in de elektrische installatie meestal niet aanspreken omdat de SafetyPAT een buffer vormt tussen de zwerfkast en de elektrische installatie. Het is een kwestie van de juiste instellingen kiezen.

Plaats een reactie