Driefasen verloopsnoeren

In de praktijk worden er veel driefasen verloopsnoeren gemaakt die soms ronduit gevaarlijk zijn. De inspecteurs die elektrsiche arbeidsmiddelen inspecteren komen veel in elkaar genkutselde verloopsnoeren tegen. Ook tijdens de keurmeestercursussen worden er veel vragen over geslend. Zie de volgende voorbeelden.

Voorbeeld 1

Dir voorbeeld is ongevaarlijk omdat de contrastekker de maximaal de helft van de elektrische stroom toegevoerd kan krijgen dan de stroom waarvoor deze contrastekker is geschikt. Dat betekent wel dat het apparaat dat op deze contrastekker wordt aangesloten ook maximaal 16A kan opnemen. Dat is wel wat onlogisch als er een 32A stekker aan dat apparaat zit….

Voorbeeld 2

Dit is een gevaarlijk verloopsnoer. De contrastekker van 16A kan nu een elektrische stroom van 32A toegevoerd krijgen. Dat houdt in dat je een appaaat van 16A dat op de contrastekker wordt aangesloten nu ook 32A toegevoerd kan krijgen! De inwendige bedrading en de componenten van dat apparaat zijn daar niet op berekend waardoor brand kan ontstaan.

Voorbeeld 3

Dit gevaarlijke verloopsnoer kan veel schade veroorzaken.

Normaal gesproken zorgt de nul voor een vaste spanning van 230V tussen een fase (L) en de nul (N). Als de nul wordt onderbroken zal een ‘zwevende nul‘ ontstaan als de fasen L1, L2 en L3 ongelijk worden belast. En dat gebeurt heel snel. Dan kan er bijvoorbeeld tussen L1 en N een spanning van 160V ontstaan en tussen L3 en N een spanning van 300V, waardoor de aangesloten apparatuur onherstelbaar zal beschadigen.

Het risico van een ‘zwevende nul’ wordt veroorzaakt door het verloopsnoer in voorbeeld 3.

Plaats een reactie