Zwerfkasten zijn verplaatsbare verdelers van elektrische energie en worden onder andere ingezet op voor (tijdelijke) installaties op bouwwerken, bij evenementen, bij de wegenbouw, en ook in productiehallen van bedrijven. Zwerfkasten zijn verkrijgbaar in vele uitvoeringen:
Ook een zwerfkast dient regelmatig te worden geïnspecteerd. Ze staan vaak buiten in weer en wind en de omstandigheden kunnen ook van ruwe aard zijn.
Een zwerfkast is een apart item. Is het een verlengkabel met een inbouwde groepenkast, dus een elektrisch arbeidsmiddel of een verplaatsbare schakel- en verdeelinrichting voor een tijdelijke elektrische installatie?
Wat is het gebruiksdoel van de zwerfkast? Staat de kast op een bouwterrein, in een fabriekshal of wordt de kast bij evenementen en markten gebruikt?
Wat is de opdracht die de keurmeester had: een inspectie volgens de op dit moment geldende NEN 3140:2011 of kijken naar de toepassing volgens onderstaande rubrieken van de NEN 1010:2007 (+ aanvullingen/correcties)?
– 704: Installaties op bouw- en sloopterreinen;
– 740: Tijdelijke elektrische installaties voor constructies, toestellen en kramen op kermissen, in attractieparken en circussen.
Heeft de keurmeester een algemene opdracht: inspectie de NEN 3140 / VCA? Dat impliceert standaard een inspectiemethode die gebruikt wordt voor elektrische arbeidsmiddelen. Of is de opdracht breder: ook de toepassing volgens de NEN 1010 betrekken?
De NEN 3140:2011 schrijft in bepalingen 5.102.9, 5.102.10 en 5.102.11 voor hoe en waarop elektrische arbeidsmiddelen dienen te worden geïnspecteerd. Een elektrisch arbeidsmiddel wordt standaard niet open gemaakt. De constructie, inwendige bedrading en de juiste keuze van de componenten is primair een verantwoordelijkheid van de fabrikant. De fabrikant is productaansprakelijk en dient zich aan de geldende normen te houden en is ook verantwoordelijk voor aangebrachte markeringen zoals een CE-markering.
Er zijn inspecteurs die een zwerfkast wel openen om te bezien of de interne bedrading in orde is en de toegepaste beveiligingen juist zijn aangesloten. En sommigen inspecteurs draaien alle bouten en moeren met een momentschroevendraaier of een momentsleutel aan. Maar dat maakt de inspectie wel duurder….
Het is zeker aan te raden om een zwerfkast bij inspectie open te maken. En te controleren op losse contacten die vaak zijn te zien door verkleuringen/vervormingen aan kunststof delen van de contactdoezen, de installatieautomaten en aardlekbeveiligingen vanwege verhitting door verhoogde overgangsweerstand.
Zwerfkasten die veel verplaatst worden of blootstaan aan trillingen (tijdens transport) hebben last van voornamelijk kooiklemmen die (te) los gaan staan. Het is aan te raden om deze klemmen op de componenten eens per jaar na te trekken met het voorgeschreven moment.
Bij zwerfkasten voor de bouw komt het regelmatig voor dat (de isolatie van) de aarde en/of de nul bedrading is verbrand door te hoge stromen. Omdat een standaard installatieautomaat of aardlekautomaat alleen de fase beveiligd tegen overstromen en de nul slechts schakelt is de bedrading van de nul niet beschermd tegen overstromen. Dit is normaliter ook niet nodig. Maar als de nulleiding faalt kan er ook 400 V komen te staan op de 230 V uitgangen met dure schades tot gevolg.
De meeste zwerfkasten hebben metalen frames die in de regel geïsoleerd zijn gemonteerd van het stroomvoerend binnenwerk door middel van speciale bouten met kunststof kop of een andere voorziening. Gebruikers hebben deze boutjes niet altijd en vervangen deze door normale bouten. In dat geval moet het boutje worden vervangen door een juist type om te voorkomen dat het frame spanningsvoerend kan worden.
Bij een TN-stelsel behoeft de nul niet te worden geschakeld als de nul aardpotentiaal heeft. Maar dat weet je nooit bij een tijdelijke installatie op een bouwwerk. Bij een TT-stelsel behoort de nul altijd te worden geschakeld. Dus is het beter dat een zwerfkast een hoofdschakelaar en groepenschakelaars heeft met een geschakelde nul. De nul en de beschermingsleiding (‘aardleiding’ mogen niet zijn gecombineerd tot één PEN-leiding omdat dit gevaarlijke situaties kan opleveren bij zwerfkasten.
Een zwerfkast kan het best worden geïnspecteerd met een checklist. Deze checklist vormt in feite het inspectieplan.
Normen zijn op verschillende manieren te interpreteren. Iedereen kan ten dele zijn eigen uitleg en invulling aan een inspectie geven. En daardoor kan je verschillende rapportages krijgen van dezelfde zwerfkast of ander inspectieobject. Immers: als je iemand een algemene (open) vraag stelt kan je verschillende antwoorden verwachten.
Omdat iedere zwerfkast anders kan zijn valt met niet mee om één algemene checklist op te stellen die altijd 100% ‘dekkend’ zal zijn. Dus dat moet je niet willen. Maar je kan wel een checklist maken waar de meeste inspectiepunten op staan, zowel visueel als meting en beproeving, en een aantal vrije nader in te vullen punten opnemen.
De meeste klanten/opdrachtgevers zullen daar de kennis niet voor hebben of zich er niet in kunnen/willen verdiepen. Maar als je als inspecteur vooraf overlegt wat je gaat doen en hoe je het gaat doen dan kan je onvrede achteraf voorkomen. Dat geld overigens niet alleen voor zwerfkasten maar ook voor andere arbeidsmiddelen en machines. Dan zijn ook de offertes van de verschillende aanbieders beter met elkaar te vergelijken.
Met dank aan de leden de discussiegroep “Inspecteurs elektrische arbeidsmiddelen en machines” op LinkedIn.